Veilig met je auto door regen en wind: zo doe je dat

Felle wind en regen kunnen voor gevaarlijke situaties zorgen op de weg. Waar moet je op letten als je toch de baan op moet met de auto?

Rukwinden van meer dan 90 kilometer per uur kunnen gevaarlijk zijn bij het rijden. Ze kunnen ervoor zorgen dat je auto onstabiel wordt of van zijn rijvak afwijkt. De ene auto ondervindt sneller hinder bij windstoten dan de andere. Felle wind heeft meer impact op bijvoorbeeld lichte auto’s, bestelwagens, voertuigen met een dakkoffer, auto’s met een aanhangwagen of caravan, …

Met deze tips hou je je auto makkelijker onder controle bij felle wind:

• Matig je snelheid. Vooral op wegen waar snel gereden wordt, zoals autosnelwegen.
• Blijf alert zodat je gepast kunt reageren op een plotse windstoot en op het gedrag van andere weggebruikers. Let ook op voetgangers.
• Hou je stuur stevig vast zodat je je auto goed op de baan kunt houden.
• Laat een veiligheidsafstand tussen jouw auto en die voor je.
• Hou op de autosnelweg rechts aan. Op het rechtse rijvak heb je wat ruimte om uit te wijken als de wind je naar links duwt.
• Vermijd zoveel mogelijk om andere auto’s in te halen.
• Ga niet de baan op bij stormweer als dat niet nodig is.
• Vermijd plaatsen waar takken of door de wind meegesleurde voorwerpen op je auto kunnen vallen.

De inkepingen in je autobanden voeren water af als je door de regen of door plassen rijdt. Zo kan je auto makkelijk door water rijden en toch contact houden met het wegdek. Maar soms is er zoveel water dat de inkepingen het niet meer kunnen afvoeren en dat er een laagje water op de banden blijft zitten. De banden draaien dan op een wateroppervlakte en dat kan ervoor zorgen dat je slipt. We noemen dat aquaplaning of watergladheid.

Met deze tips vermijd je aquaplaning:

• Rem niet bruusk en trek niet snel op als je op een nat of besneeuwd wegdek rijdt.
• Matig je snelheid. In veel landen is de maximale toegelaten snelheid op autosnelwegen bij regenweer lager dan bij droog weer.
• Hou een veiligheidsafstand. Bij regen, sneeuw of ijzel heb je 2 tot 3 keer meer afstand nodig om je auto tot stilstand te brengen.
• Gebruik geen cruisecontrol bij regenweer.
• Zorg dat je autobanden voldoende opgepompt zijn en een profiel hebben van minimaal 3 millimeter (4 millimeter voor winterbanden).

Wat als je toch begint te slippen?

• Ga niet op je rem staan. Remmen kan je wielen blokkeren.
• Laat je gaspedaal traag los en ontkoppel tot de wielen opnieuw contact maken met de grond.
• Focus je op het traject dat je moet volgen en niet op mogelijke obstakels.