Je kind begint te werken, wat nu?

Als je oogappel afgestudeerd is en niet onmiddellijk werk vindt, maar deeltijds aan het werk gaat, of wel werk heeft maar nog niet meteen start op zijn eerste job, schrijft hij zich best in als werkzoekende. Anders is het bijvoorbeeld mogelijk dat hij in de toekomst geen werkloosheidsuitkering krijgt.

Bij welke dienst die inschrijving moet gebeuren, hangt af van de regio waar je woont:

• In het Vlaamse gewest bij VDAB
• In Brussel bij ACTIRIS
• In Wallonië bij Le FOREM
• In het Duitstalige landsgedeelte bij ADG

Na de inschrijving start de beroepsinschakelingstijd. Dat is een periode van een jaar. Heeft je kind aan het einde van die periode geen werk gevonden? Dan heeft hij onder bepaalde voorwaarden recht op een inschakelingsuitkering.

Je hebt recht op het Groeipakket (de vroegere kinderbijslag) tot je kind maximum 25 jaar is en op voorwaarde dat je kind studeert. Ook tijdens de beroepsinschakelingstijd van je kind kun je hier onder bepaalde voorwaarden recht op hebben.

Ontdek meer over de voorwaarden

Kinderen zijn via hun ouders verzekerd bij het ziekenfonds zolang ze studeren of in hun beroepsinschakelingstijd zitten, en maximum tot ze 25 jaar worden. Zodra ze 25 zijn, werken of hun beroepsinschakelingstijd is afgelopen, moeten ze zich zelf aansluiten bij een ziekenfonds of de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.

Jongeren die net beginnen te werken, hebben in hun eerste volledige werkjaar vaak geen recht op een volledige betaalde vakantie van 4 weken. Vakantiedagen worden immers berekend op basis van het aantal dagen dat je in het jaar voordien hebt gewerkt.

Wie jonger is dan 25 en begint te werken in het jaar dat hij is afgestudeerd, heeft wel recht op jeugdvakantie. Dat betekent dat de vakantiedagen waarop je recht hebt in je eerste volledige werkjaar, aangevuld worden met jeugdvakantiedagen tot een totaal van vier weken.

Wanneer je oogappel op zijn eerste job start, vraagt hij hier best naar bij de personeelsdienst.